Training in style…


Trainen in stijl: Tractor banden slepen op het strand nabij Kaapstad, de beste training voor slepen met sledes tijdens de Poolexpeditie.

Toen ik de eerste keer hierover hoorde, over dat mensen zich voorbereiden voor Poolexpedities door met tractorbanden te gaat slepen over de heide of het strand, moest ik heel hard lachen. Wat heb ik toch een ultiem Antarctisch voertuig gekozen! Die tractor komt voor alles van pas. Zelfs voor trainen voor het laatste stuk.

Na drie jaar tractor rijden kunnen mijn spieren wel wat training kunnen gebruiken. Vooral de spieren in mijn liezen zijn kort van het stuiteren tegengaan op m?n stoel.
Mentaal beleef ik een soort van euforie. Trainen aan de rand van de aarde, zo voelt het vlakbij Kaap de Goede Hoop.

De zee bij Kaapstad is al koud van de Antarctische stromen. Zwemmen is de enige manier om te wennen aan de kou. Aan land is het warm. Deze week 35C.
Mar van der Meijden, een Nederlandse die hier woont, heeft me uitgenodigd bij haar zwemclub. Zij gaan wekelijks het ijskoude water in. Na de Pooltraining en Nederland zal ik dat ook doen, dagelijks!

Morgen ga ik op Pooltraining bij Matty. (ietsje warmer gekleed)


Tractor afladen..een nieuwe fase begint
Mijn tractor word een dag voor vertrek opgehaald door de garage die helpt de tractor om te bouwen voor de reis. Een hele rare gewaarwording, alles van de tractor pakken, alles. De komende weken ondergaat de tractor allerlei test zodat ze precies weten wat zijn verbruik is, hoe goed alles afgesteld is. Wat er nog nodig is. (binnenkort uitgebreider over trekkers mailen!)

Dezepup word het vriendinnetje van Biba de komende weken. Schattig he?


1. In de laatste twee weken voor vertrek komt Biba steeds Malamuts tegen om mee te spelen. (soort Husky’s en die heeft Matty ook) Ze vind ze hoogst fascineren.
2: Een van de verzamelde dromen…

Even een fast-forward.
Ik stap op het vliegtuig in Kaapstad.
Uren later stap ik over in Johannesburg.
Uren en uren later wrijf ik in mijn ogen en graaf in mn brein. Ik heb het gevoel in een tijdscapsule te zitten. Door een klein raampje kijk ik naar buiten. Ik ben in Frankfurt en voel Nederland ademen. Drie en een half jaar was ik weg, nu ineens ben ik er vlakbij, alsof ik zo ineens door de tijd ben gesprongen en ik ben anders en alles is anders. Ik kan het haast niet geloven. Wie en wat ik nu ben. Paar jaar ouders en op weg naar WAAR? De Arctische cirkel?

Ik stap ik het vliegtuig naar Ottawa.
En dan sta ik al op het vliegveld, uren en uren later, de benen stijf. Langs mij loopt de schattigste drugs/douanehond te snuffelen. Een blonde en laag op de poten beest met flaporen en een jasje aan met Canadees logo. ‘We worden bevrijd’. De douane is meer dan vriendelijk en wat kan ik daar beter mee omgaan dan met de Europeesche efficientie en afstandelijkheid, brrrr.

Ik loop naar buiten.

SNEEUW!

De koude lucht die helder is, de manier hoe je koude lucht inademd, hoe dat voelt, een herinnering. Het is -4C, de natuur is me gunstig gestemd, ik kan iets wennen.
De deur van de vliegveld shuttle-bus word voor me open gehouden dooor een jongen met Afrikaanse (weet niet precies waarvandaan) roots.
En ik moet een opmerking maken. Het lijkt namelijk net alsof ik Zuid-Afrika niet verlaten heb. Of ik gewoon uren later door dezelfde schuifdeuren naar buiten loop en ineens is er SNEEUW! En de jongen kijkt me verbaasd aan.
Terwijul ik instap denk ik: oh nee, misschien is gewoon een Canadees, zijn die roots van hem generaties geleden vergeten. Heb ik hem dan beledigd. Als hij zou weten hoe Afrika (ja in algemeen) is dan zou hij het compliment zien. Socialer op straat. De openheid, de humor, het contact.
In de bus moet ik even hardop zeggen. Wauw, de eerste keer sneeuw IN JAREN! Wat geweldig.
En dan vertel ik tegen de enige andere passagier, een overdonderde Canadees. En langzaam hoor ik de chauffeur smelten. Lacht hij om een opmerking die ik maak.
Ik zit alleen in de bus, we rijden door de straten van Ottawa. De lucht is zwart, de straat vol kleurrijke lichtjes. Gezellige kleine gebouwen en winkels. Een kasteel midden in de stad. ‘ Wauw’ wijs ik naar de cahuffeur. We praten. Hij komt uit Burundi heeft hij verteld, woont hier nu 7 jaar. Een jonge jongen die goed Engels praat. Maar ook Kiswahili. Ik vertel hem dat ik bij de backpackers logeer en niet het Mariot hotel. ‘ Let’s go zegt hij’. ‘ Tuende’, zeg ik. We lachen allebei. Het gesprek is geweldig. Iemand die me meeneemt van Afrika naar Noord Canada. Iemand die mijn verbazing en verwondering begrijpt.
Ik sta buiten de bus, voor de backpackers. Mijn kand laat deie van de jongen niet los. Goed gaan he, fijne avond, wie weet tot ziens, fijne avond, geluk met alles.’ Ik loop de weg over en hij stapt in de kleine bus. Op de middenberm pak ik wat sneeuw van de grond en kijk ernaar. Helder wit, plakkerig, koel. Ik kijk verbaasd om, ZO’n grote grijns, mijn hand uitgestoken. ‘ Wauw sneeuw’ roep ik! De jongen lacht.
‘Goed gaan’. ‘Jij ook, daag!’

Ik slaap in de backpackers, de winkels zijn dicht, kan geen handschoenen meer kopen, oeps.
Nu is het ochtend en ik stap zo weer richting vliegveld. Dan ga ik naar Iqaluit, Nunavut, en naar Matty. En naar -20 graden of -58C.
Spannend!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Wat is dit leuk!

Comments are closed.